Tijdelijke EU-wetgeving tegen online kindermisbruik
De EU voert tijdelijke wetgeving in om het opsporen en melden van online kindermisbruik legaal te maken. Door een uitzondering in te voeren op nieuwe privacyregelgeving die sinds december in de EU van kracht is, kunnen online platforms toch ingrijpen als er een gerede verdenking is van kindermisbruik bij mail- of chatverkeer.
Door de EU-interimwetgeving mogen ICT-bedrijven als Facebook weer software gebruiken om seksueel misbruik van kinderen op het internet op te sporen.
Er zijn vanaf 2009 diverse detectietools ontwikkeld, die bedrijven in staat stellen om beelden en video’s van seksueel kindermisbruik op hun systemen te lokaliseren, de politie te informeren en het materiaal van hun servers te verwijderen. Het gebruik hiervan werd echter gedwarsboomd door de inwerkingtreding van de Europese Code voor Elektronische Communicatie in december. Met deze wetgeving werd het voor ICT-bedrijven illegaal om deze tools te gebruiken.
De Europese Commissie stelde in september 2020 een interim regeling voor dat de relevante delen van de Code voorlopig opschort, zodat bedrijven de tools wel konden blijven gebruiken totdat er een permanente oplossing is. Nu is de interim wetgeving goedgekeurd en kunnen bedrijven weer gebruik maken van de detectietools.
Definitieve wet
De Europese Commissie komt nog deze zomer met een definitieve wet om online en offline kindermisbruik te bestrijden, aldus een woordvoerder. Maar het kan wel drie jaar duren voor die in de EU in werking treedt.
Naar schatting een op de vijf kinderen in Europa heeft volgens de commissie te maken met een vorm van seksueel geweld. Door de coronapandemie en thuisisolatie is er een forse toename van activiteiten op sociale media, via onlinenetwerken en op het darkweb. Ook zijn er meer meldingen van kindermisbruik bij hulplijnen.
Momenteel gebeurt het opsporen en melden van kinderpornomateriaal door internetbedrijven op vrijwillige basis. Het dagelijks EU-bestuur wil dat in de nieuwe wetgeving gaan verplichten.