Rotterdamse aanpak huiselijk geweld

De gewelddadige dood van Sarah, Bianca en Humeyra eind 2018 was de aanleiding voor dit onderzoek naar de knelpunten in de Rotterdamse ketenaanpak van huiselijk geweld. Het onafhankelijke onderzoek is in opdracht van de voltallige Rotterdamse gemeenteraad uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut.

Aan het onderzoek hebben professionals en management van twintig Rotterdamse instellingen in de keten van de aanpak van huiselijk geweld, waaronder de gemeente, meegedaan aan gesprekken. Ook slachtoffers van partnergeweld werden bevraagd over hun ervaringen én gewenste oplossingen. Daarnaast is er deskresearch gedaan van beleidsstukken.

Wil tot verbetering

De wil tot verbetering is er, maar de ketenaanpak van huiselijk geweld in Rotterdam hapert door onduidelijkheden over taken en bevoegdheden van instellingen. De toegang tot de juiste hulp duurt (te) lang. Er zijn verkokerde loketten en er is geen directe toegang tot de wijkteams. De regiefunctie op wijkniveau is vaak onduidelijk en de samenwerking tussen instellingen (Veilig Thuis, wijkteams, jeugdbescherming, politie en andere netwerkpartners) is problematisch.

Bovendien is veel kennis omtrent huiselijk geweld door de transitie in het sociaal domein versnipperd geraakt en verdwenen, zo constateren de onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut. Ook is de indicatiestelling waarmee de wijkteams vanuit de Wmo werken, niet geschikt voor de aanpak van huiselijk geweld. “Omdat deze is gebaseerd op het uitgangspunt van zelfredzaamheid en gericht is op het individu. Bij huiselijk geweld is het allereerst belangrijk om bescherming en daarnaast gezinsgerichte hulp aan te bieden”, aldus Katinka Lünnemann, senior onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut. Ook concludeert zij dat de systeemwereld van protocollen en regels vanuit de gemeente en instellingen te veel voorop staat, en te weinig vanuit de leefwereld van mensen wordt gedacht en gehandeld.

Aanbevelingen

Het Verwey-Jonker Instituut komt met een paar concrete aanbevelingen om dat voor elkaar te krijgen: Zorg voor een laagdrempelige toegang. Directe toegang tot het wijkteam en plekken in de wijk waar mensen terechtkunnen voor een luisterend oor en steun, zijn essentieel. Voorkom dat meldingen van huiselijk geweld steeds worden doorverwezen. Invoering van een aantal wijkteam overstijgende netwerken huiselijk geweld dragen bij aan het direct bieden van de juiste hulp en bescherming. Als de melding bij Veilig Thuis direct wordt opgepakt, deskundigheid wordt gebundeld, ontstaan er korte lijnen tussen de instellingen. Daarmee wordt de gezamenlijke slagkracht van professionals vergroot.

Essentieel is ook dat financiering van (langdurige) gezinsgerichte hulp en bescherming mogelijk wordt gemaakt. Ontwikkel daartoe een arrangement huiselijk geweld vanuit de concrete problematiek. Ga daarmee buiten het huidige systeem van indicatiestelling om en bekostig dit arrangement via een integraal, financieel ontschot budget.
Verder benadrukken de onderzoekers dat de ketenaanpak alleen kan worden verbeterd bij een gezamenlijke inspanning om de leidende principes aan te scherpen en een gezamenlijke visie, gebaseerd op concrete casussen, te verdiepen. De gemeente en gemeenteraad moet de voorwaarden scheppen om de knelpunten in de aanpak van huiselijk geweld aan te pakken.

Auteurs

Katinka Lünnemann, Antoniek Vermeulen, Marije Voorwinden.