Weinig zicht op jonge slachtoffers van seksuele uitbuiting
Jonge slachtoffers van seksuele uitbuiting in Nederland raken steeds meer uit beeld, terwijl een gecoördineerde aanpak uitblijft. Het is onduidelijk of de plannen die de regering tot nu toe heeft gepresenteerd tot de noodzakelijke verbeteringen in de aanpak van mensenhandel gaan leiden. Hierdoor komt de bescherming van en ondersteuning aan slachtoffers van mensenhandel in gevaar.
Dit blijkt uit de Slachtoffermonitor mensenhandel 2014-2018 die vandaag verschijnt. Nationaal Rapporteur Herman Bolhaar: ‘Bij zo’n ernstig en urgent probleem als mensenhandel kan het niet bij woorden blijven. We zijn het deze slachtoffers verplicht om hen bescherming te bieden en daders aan te pakken.’
Het aantal geregistreerde slachtoffers van mensenhandel is de afgelopen jaren bijna gehalveerd. Dit staat in het rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Waar het Coördinatiecentrum tegen mensenhandel (CoMensha) in 2014 nog 1.255 meldingen ontving, is dit in 2018 gedaald naar 668 meldingen. De daling wordt veroorzaakt doordat niet-opsporingsinstanties, zoals hulpverleningsinstanties, veel minder melden. In de periode 2014-2017 deden deze melders jaarlijks gemiddeld 550 meldingen bij CoMensha, in 2018 waren dit er nog slechts 150.
Deze instanties melden minder omdat zij vanwege privacywetgeving niet zonder expliciete toestemming van het slachtoffer gegevens mogen delen voor registratie. Bolhaar: ‘De bevindingen in deze monitor laten zien dat aanpassingen in de huidige manier van melden en registeren niet langer op zich kunnen laten wachten.’ De Nationaal Rapporteur wijst daarbij op de mogelijkheden die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kan bieden bij het oplossen van dit probleem.
Jonge slachtoffers seksuele uitbuiting buiten beeld
Vooral het zicht op slachtoffers van binnenlandse seksuele uitbuiting is in 2018 dramatisch afgenomen. Er zijn naar schatting jaarlijks 3.000 Nederlandse slachtoffers van seksuele uitbuiting, waaronder zo’n 1.300 minderjarigen. In 2018 zijn er slechts 132 Nederlandse slachtoffers van seksuele uitbuiting gemeld, waarvan nog maar 29 minderjarigen. Dat wil zeggen dat nog maar zo’n 2 tot 3% van deze Nederlandse minderjarige slachtoffers in beeld is. ‘Dat minderjarige slachtoffers steeds meer uit beeld raken heb ik al eerder geconstateerd. Het is onacceptabel dat de Nederlandse overheid het beperkte zicht op deze kwetsbare groep slachtoffers nu bijna helemaal verloren heeft laten gaan,’ zegt Bolhaar. Hij beveelt de overheid aan om de aanpak van binnenlandse seksuele uitbuiting absoluut prioriteit te maken en daarbij te focussen op jongeren.
Intensivering bij politie hard nodig
De afgelopen jaren is geïnvesteerd in capaciteitsherstel en maatregelen die de opsporing van mensenhandel door de Nationale Politie zouden moeten versterken. Het aantal meldingen van Nederlandse en Europese slachtoffers van seksuele uitbuiting bij de Nationale Politie is echter voor het vijfde jaar op rij fors gedaald. Ook het aantal verdachten in strafrechtelijke onderzoeken van de politie is in de afgelopen jaren afgenomen. Dit impliceert dat de politie deze Nederlandse en Europese slachtoffers daadwerkelijk minder signaleert en ondersteunt. Bolhaar maakt zich hierover ernstige zorgen: ‘Juist bij slachtoffers die niet om hulp kunnen of durven vragen, is alertheid en proactief onderzoek van de politie nodig. Daarom is het nodig om de knelpunten in de aanpak vast te stellen en deze vervolgens op te lossen, om zo de politieprestaties op dit vlak te verbeteren.’
Gebrek aan coördinatie en monitoring
In het overheidsprogramma Samen tegen mensenhandel zijn in november 2018 veel maatregelen aangekondigd om de aanpak van mensenhandel te verbeteren. Het programma past volgens Bolhaar bij de verplichting die Nederland heeft om een ernstig delict als mensenhandel aan te pakken, maar hij is ook kritisch: ‘De aanpak van mensenhandel heeft een structurele, gecoördineerde en resultaatgerichte uitvoering nodig. Het ontbreekt hier niet aan woorden, maar aan daden.’ Bolhaar pleit dan ook voor veel stevigere coördinatie en monitoring op de resultaten van de aanpak van mensenhandel, in nauw contact met de uitvoering. ‘Professionals moeten in staat worden gesteld om het probleem daadwerkelijk te kunnen aanpakken.’
Uitbuiting binnen migratiestromen
De politie heeft een flinke stijging gemeld van het aantal Afrikaanse slachtoffers dat in Nederland aangifte wil doen van mensenhandel. Deze slachtoffers hebben vaak al eerder asiel aangevraagd in een ander EU-land, en hebben daarmee een Dublinstatus. Hun aangiftes leiden vaak niet tot vervolging. Vanwege de hoge toestroom is onlangs de verblijfsregeling mensenhandel voor deze groep aangepast. Deze wijziging heeft ingrijpende gevolgen voor de bescherming van deze slachtoffers en de opsporing van de daders. Dit vraagt om inzicht in de onderliggende oorzaken van deze problematiek. De rapporteur beveelt daarom een onderzoek aan naar de oorzaken van deze stijging.