Universiteit Gent onderzoekt huiselijk geweld tijdens lockdown
Een op de vier Belgen heeft tijdens de eerste fase van de lockdown geweld meegemaakt, als slachtoffer of getuige. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Gent naar huiselijk geweld tijdens de coronacrisis.
Twintig procent is zelf slachtoffer geworden, één op de zes weet dat iemand anders waarmee hij/zij nu samenleeft in de afgelopen vier weken geweld meemaakte.
Het geweld kon zowel psychisch, fysiek of seksueel van aard zijn. Vrouwen en mannen zijn in dezelfde mate slachtoffer van fysiek en seksueel geweld (2 à 3%), maar vrouwen zijn vaker slachtoffer van psychisch geweld dan mannen (respectievelijk 21% en 15%).
Psychisch geweld scoort niet alleen in cijfers hoog, maar ook de impact van het geweld valt de slachtoffers zwaar. Meer dan vier op de tien deelnemers gaven aan dat psychologisch geweld de grootste impact op hen had.
Kinderen
De (ex-)partner wordt het vaakst als de pleger van het geweld aangeduid, ongeacht de geweldvorm. Opvallend is dat de plegers van fysiek geweld vaak kinderen (30%) blijken te zijn. Maar kinderen zijn ook vaak het slachtoffer van geweld. In 60 procent van de situaties waarin deelnemers op de hoogte zijn van fysiek geweld binnen hun huishouden, zijn kinderen het slachtoffer.
Drempel tot hulp
Veel geweld blijft verborgen voor de directe omgeving. Minder dan één op vier slachtoffers zocht professionele hulp en bijna niemand meldde het geweld bij de politie. Slachtoffers beschouwen de lockdown niet als de grootste drempel tot hulp. Het merendeel van hen stelt geen hulp nodig te hebben, ruim één op de tien denkt dat hulp niets gaat veranderen. Slachtoffers die wel hulp zochten, deden dit in de geestelijke gezondheidszorg of bij hun huisarts.
Voor dit onderzoek naar de impact van de coronamaatregelen op relaties, stress en agressie werden tussen 13 en 27 april meer dan 4.000 Belgen van 16 jaar en ouder bevraagd.