CKM publiceert Mensenhandelpeiling

44 procent van de Nederlanders denkt dat het herkennen van mensenhandel niet of nauwelijks mogelijk is. Dat blijkt uit de Mensenhandelpeiling die het Centrum Kinderhandel Mensenhandel gisteren publiceerde.

De peiling is onderdeel van de CKM-bewustwordingscampagne 'Maak het Zichtbaar'.

Acht procent van de Nederlanders kent iemand die slachtoffer was van seksuele uitbuiting, ruim een kwart maakt(e) zich wel eens zorgen dat iemand in zijn of haar omgeving slachtoffer kan worden van een loverboy. Een groot deel geeft echter aan signalen van seksuele uitbuiting niet of nauwelijks te herkennen en het niet te melden als ze het wel herkennen.

Ouders

Bijna de helft van alle ouders kan zich voorstellen dat hun kinderen in handen zouden kunnen vallen van een loverboy. Ook wordt door de Nederlanders primair de verantwoordelijkheid voor het signaleren van seksuele uitbuiting gelegd bij de ouders. Daar tegenover blijkt dat bijna de helft van de Nederlanders, waaronder veel ouders, geen signalen van seksuele uitbuiting kan opnoemen. "Waar we onze pijlen steeds meer richten op scholen, politie en gemeenten voor bewustwording, moeten we onze pijlen ook specifiek richten op ouders, daar is veel winst te boeken", aldus Frank Noteboom, hoofd van het CKM.

Angst

Eén op de vier Nederlanders zou het niet melden als ze het vermoeden hebben dat iemand slachtoffer is van seksuele uitbuiting. Angst voor de mensenhandelaar, twijfel of ze het wel bij het rechte eind hebben, maar ook dat ze niet altijd weten wáár ze kunnen melden zijn veel genoemde redenen.

En als er gemeld wordt, dan blijkt dit te gebeuren bij een lappendeken aan organisaties. Op deze punten moet volgens het CKM zo snel mogelijk actie worden ondernomen, anders blijven slachtoffers onnodig lang buiten beeld.