Veilig praten over veiligheid met kinderen
In opdracht van het programma Geweld hoort nergens thuis (GHNT) is de gids ‘Ieder kind geïnformeerd’ gemaakt. Deze geeft scholen en gemeenten handvatten om op school met kinderen het gesprek aan te gaan over huiselijk geweld en kindermishandeling. De publicatie is gebaseerd op ervaringen van slachtoffers en wetenschappelijke inzichten.
Om de cirkel van geweld te doorbreken, is het allereerst nodig dat we veilig kunnen praten over onveiligheid. Dat geldt ook voor kinderen.
Praten over thuis, zonder te oordelen, zorgt ervoor dat kinderen en ouders die kampen met frustraties, onmacht, spanningen en/of onveiligheid in huis de juiste steun of hulp kunnen krijgen om samen het geweld structureel te stoppen.
Jaarlijks worden naar schatting 120.000 kinderen in Nederland slachtoffer van kindermishandeling. Kindermishandeling kent vele verschijningsvormen, bijvoorbeeld het slachtoffer of getuige worden van fysiek, seksueel of psychologisch geweld of emotionele verwaarlozing. Niet zelden ervaren kinderen daar hun leven lang negatieve gevolgen van. Maar liefst de helft van de volwassenen die huiselijk geweld meemaakt, was als kind slachtoffer van kindermishandeling.
Niet hun schuld
Ervaringsdeskundigen geven aan dat ze graag hadden geweten als kind dat het niet hun schuld was en dat de situatie bij hen thuis niet normaal of veilig was. Iets wat ze zelf moeilijk vonden om in te schatten. Leerkrachten staan positief tegenover het informeren van leerlingen over veilig opgroeien, al bestaat er ook handelingsverlegenheid.