Emancipatiemonitor 2016

Actuele gegevens over (on)gelijkheid van vrouwen en mannen op diverse terreinen.

Noije, L. van, Moons, E., en Sprangers, A., m.m.v. Mars, G. (2016). Sociale Veiligheid. In: Emancipatiemonitor 2016. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau / Centraal Bureau voor de Statistiek.
ISBN 978 90 377 0813 4.

In het hoofdstuk Sociale veiligheid komen aan de orde mensenhandel, loverboyproblematiek, subjectieve veiligheid, angst voor slachtofferschap, en opvattingen over seksuele omgangsvormen en geweld tegen vrouwen. Paragraaf 8.6.1 gaat in op geweld in huiselijke kring.

Prevalentie huiselijk geweld

Er is een gebrek aan prevalentiecijfers over huiselijk geweld. Alleen als het slachtoffer er melding van maakt of in een slachtofferenquête rapporteert, komt het aan de oppervlakte. In veel gevallen durft, kan of wil men dit niet. Dan komt het aan op omstanders, die in veel gevallen geen signalen opvan-gen. Een belangrijke beleidsinspanning is dan ook om slachtoffers, omstanders en daders via opeenvolgende overheidscampagnes en via ‘Veilig Thuis’ te motiveren om hulp en advies te zoeken. Prevalentiecijfers zijn bovendien gevoelig voor definities van huiselijk geweld.

Omdat dit het laatste prevalentie-onderzoek is, wordt uitgegaan van het onderzoek van Van der Heijden et al. uit 2009. Daarnaast wordt ingegaan op de jaarlijkse Veiligheidsmonitor en op justitiële registraties.

Veiligheidsmonitor

Deze enquête verzamelt informatie over zelfgerapporteerd slachtofferschap, ook als dit niet gemeld of aangegeven is bij de politie of een andere slachtofferhulpinstantie. Sinds 2012 is de manier van enquêteren in de Veiligheidsmonitor ook volledig ‘interviewer-vrij’, dus het slachtoffer kan anoniem rapporteren. Wel zijn alleen fysiek geweld (mishandeling of dreigen daarmee) en seksueel geweld onderzocht. Ook de wijze van dataverzameling/veldwerk, de vraagstellingen en de onderzoekspopulatie verschillen van het eerdere grote prevalentie-onderzoek.

Uit de Veiligheidsmonitor 2015 blijkt dat bij 10,7% van de ondervonden geweldsdelicten (geweld met seksuele bedoelingen, bedreiging of mishandeling) en bij 8,6% van de slachtoffers van deze delicten de dader partner, ex-partner of familielid is. Omgerekend zijn dit ongeveer 26.500 slachtoffers en bijna 51.000 delicten.
Een aantal slachtoffers wordt dus herhaald slachtoffer, aangezien het aantal delicten bijna het dubbele is van het aantal slachtoffers. Huiselijk geweld komt ook eerder voor bij vrouwen (13,4%) dan bij mannen (4,5%). 34% van de slachtoffers van huiselijk geweld zegt aangifte te hebben gedaan bij de politie.
Het slachtofferschap van huiselijk geweld is de afgelopen jaren geleidelijk afgenomen. In 2012 was bij 9,9% van de slachtoffers (omgerekend ca. 35.500 personen) de dader partner, ex-partner of familie-lid.

Justitiële registraties

Justitiële cijfers bieden vooral zicht op verdachten. Op basis van de Onderzoeks- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie (objd) onderzochten Alberda et al. (2015) de recidive van personen die zich tussen 2007 en 2011 schuldig maakten aan huiselijk geweld en ook werden vervolgd. In deze periode waren dit jaarlijks 6000 tot 8000 mensen. Van hen is ten minste 90% man en ruim 70% is al eerder met justitie in aanraking geweest voor uiteenlopende misdrijven. In de meeste gevallen was er sprake van mishandeling (ongeveer 70%) of bedreiging (een kleine 20%). Psychisch en seksueel geweld komen maar weinig onder deze strafzaken voor, in het eerste geval omdat ernstig lichamelijk letsel eerder wordt vervolgd en in het tweede geval omdat seksueel geweld mogelijk niet als huiselijk geweld maar als zedenmisdrijf wordt geadministreerd.

Tijdelijk huisverbod

Sinds 1 januari 2009 geldt de Wet tijdelijk huisverbod. Vanaf het najaar van 2016 experimenteert Rotterdam als eerste gemeente met een uitbreiding van de mogelijkheden voor het opleggen van een tijdelijk huisverbod. Het kan dan ook worden opgelegd wanneer het slachtoffer al is weggevlucht, om het in de gelegenheid te stellen veilig naar huis terug te keren. Het reguliere huisverbod kan alleen worden opgelegd wanneer de politie afgaat op een melding van geweld of sterke dreiging.

Aanvankelijk groeide het landelijke aantal opgelegde huisverboden jaarlijks van ruim 2100 in 2009 naar ruim 3500 in 2012. Sindsdien daalde dit aantal: in 2014 ging het om 3300 gevallen (Kuppens et al. 2015). De reden van de daling is onduidelijk, maar Kuppens et al. (2015) zeggen geen aanwijzingen te hebben dat deze verband houdt met het aantal voorvallen van huiselijk geweld.