Niet meer door het lint

Tijdens groepssessies van deze methode leren geweldplegers om hun gedrag te veranderen.

Ze krijgen handvatten om met moeilijke situaties om te gaan en vergaren inzicht in het ontstaan van (partner)geweld en hoe ze dit kunnen voorkomen.

De effectiviteit van Niet meer door het lint is onderzocht in een tweetal pilotonderzoeken met voor- en nameting.

De resultaten laten bij de cliënten een daling in het algemene klachtenniveau zien, een significante afname van vijandigheid en een verandering in copingstijl. Deze resultaten hebben geleid tot de opzet van een uitgebreid effectonderzoek, dat momenteel wordt uitgevoerd.

1. Beschrijving methode

Doel

Het verminderen van agressief gedrag en het versterken van het probleemoplossend vermogen.

Doelgroep

Mannen met agressieproblemen.
De doelgroep kan tevens bestaan uit vrouwen met agressieproblematiek.

Aanpak

Niet meer door het lint is een cognitief-gedragstherapeutische groepstherapie. Geweldplegers leren hun gedrag te veranderen, krijgen handvatten om met moeilijke situaties om te gaan en vergaren inzicht in het ontstaan van (partner)geweld en hoe ze dit kunnen voorkomen.
Het behandelprogramma bevat standaard een groepsbehandeling voor mannen met daarnaast relatiegesprekken, zo nodig aangevuld met extra behandelmodules.

De groepsbehandeling Niet meer door het lint hanteert een carrouselmodel, er is eens per vier maanden een in- en uitstroommoment. De groepssessies vinden wekelijks plaats en bestaan uit twee onderdelen van elk een uur. Het behandelprotocol beslaat 18 sessies, cliënten beschikken over een werkboek en krijgen wekelijks huiswerkopdrachten.

Uitvoerende organisaties

Niet meer door het lint wordt toegepast in de reguliere geestelijke gezondheidszorg (GGZ WNB, GGZBreburg, GGzE), in de dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking (Amarant) en binnen een penitentiaire instelling (PI Breda). SOM Amsterdam (maatschappelijke dienstverlening) werkt ook met de interventie.

2. Samenvatting werkzame elementen

  • Een uitgebreide assessment aan de hand van een intake en de afname van gevalideerde vragenlijsten. Hier wordt het type dader in kaart gebracht, de mate en ernst van het geweld, de motivatie voor deelname en co-morbiditeit en/of psychosociale problematiek.
  • Het carrouselmodel biedt binnen het groepsproces mogelijkheden om maatwerk te leveren en de duur van de behandeling aan de individuele cliënt aan te passen. Op indicatie kunnen aanvullende behandelmodules worden toegevoegd.
  • Cognitieve gedragstherapie (CBT) en vaardigheidstraining.
  • Een sessie psychomotore therapie (PMT) draagt bij aan het aanleren van vaardigheden en vergroot de groepscohesie.
  • Huiswerkopdrachten uit het werkboek worden aangepast aan de fase van motivatie voor gedragsverandering waarin cliënten zich bevinden.
  • Door de groepstherapie voelen cliënten zich door elkaar gesteund en ervaren ze (h)erkenning bij de andere groepsleden.
  • Terugvalpreventie.
  • Begeleiding door zowel een mannelijke als een vrouwelijke hulpverlener, die elk een aanvullende (voorbeeld)functie voor de groep vervullen.
  • Het werken in sekse-homogene groepen waardoor er gemakkelijker en vrijer wordt gepraat over problemen met de andere sekse en de herkenbaarheid op verschillende thema’s groter is.

3. Beoordeling

De interventie Niet meer door het lint is in april 2015 erkend als Goed Onderbouwd door de erkenningscommissie Maatschappelijke ondersteuning, participatie en veiligheid.

De erkenningscommissie vindt dat de interventie zeer degelijk onderbouwd is en helder en uitvoerig is beschreven. Ook het toegankelijke en uitgebreide materiaal wordt als sterk punt genoemd.

4. Onderzoek

De effectiviteit van de interventie Niet meer door het lint is onderzocht in een tweetal pilotonderzoeken met voor- en nameting (Ter Berg, 2006; Serie, Van Tilburg, Van Dam & De Ruiter, 2014). De resultaten laten bij de cliënten een daling in het algemene klachtenniveau zien, een significante afname van hostiliteit (vijandigheid) en een verandering in coping stijl.

Deze resultaten hebben geleid tot de opzet van een uitgebreid effectonderzoek waarbij het effect van de interventie in samenhang met patiëntkenmerken, psychobiologische factoren en therapie-integriteit wordt geëvalueerd. Dit onderzoek wordt momenteel in samenwerking met de Universiteit Maastricht uitgevoerd.

5. Ontwikkelaar

Geestelijke Gezondheidszorg Westelijk Noord-Brabant
Postbus 371
4600 AJ Bergen op Zoom

Contactpersoon
Arno van Dam
Telefoon: 016 428 94 97
E-mail: a.vandam@ggzwnb.nl