Nieuw dashboard met beleidsinformatie Veilig Thuis
Het CBS heeft onlangs een nieuw interactief dashboard ‘Beleidsinformatie Veilig Thuis’ gepubliceerd met landelijke en regionale cijfers over kindermishandeling en huiselijk geweld op basis van dataleveringen van de Veilig Thuis-organisaties.
Het nieuwe dashboard is tot stand gekomen in overleg met de ministeries van VWS en JenV, de VNG en het Landelijk Netwerk Veilig Thuis (LNVT).
Het CBS publiceerde de uitkomsten voorheen in de online databank StatLine. Om de uitkomsten toegankelijker te maken voor een grotere doelgroep zijn deze gevisualiseerd in een dashboard met een groot aantal interactieve landkaarten en grafieken.
In een oogopslag is zo bijvoorbeeld te zien in welke regio of gemeente het aandeel meldingen van een acuut onveilig situatie hoog of juist laag is. Of in welke gemeente het aantal overdrachten aan de geestelijke gezondheidszorg fors is gestegen in de afgelopen jaren. Ook kan de situatie in een gemeente vergeleken worden met de situatie in de gehele Veilig Thuis-regio en met heel Nederland.
De gegevens van Veilig Thuis
Elk halfjaar leveren de Veilig Thuis-organisaties gegevens aan het CBS over de afgegeven adviezen, de ontvangen meldingen en de daaruit voortvloeiende activiteiten bij Veilig Thuis, zoals triage, onderzoek, overdracht en monitoring. Veilig Thuis-organisaties leveren daarbij informatie over onder andere:
- de aard en duur van het geweld
- het type adviesvrager of melder
- het triagebesluit
- de veiligheidsbeoordeling
- het soort organisatie waaraan is overgedragen
Goede gesprekken
Het CBS, de ministerie van VWS en JenV, de VNG en het LVNT hopen met dit dashboard bij te dragen aan het stimuleren van goede gesprekken over wat er opvalt in deze uitkomsten. Door in gesprek te gaan over de uitkomsten kunnen professionals (VT-medewerkers en ketenpartners) en beleidsmakers zicht krijgen op de oorzaak van verschillen tussen regio’s en van ontwikkelingen in de tijd. Dit stimuleert het gezamenlijke leerproces in een datagedreven beleidscyclus, waarin naast cijfers uiteraard ook ruimte moet zijn en blijven voor de eigen ervaringen van direct betrokkenen en professionals.