Een op de tien jongeren kreeg in 2019 jeugdzorg
Vorig jaar kregen 443.000 jongeren (tot 23 jaar) jeugdzorg. Dat is 1 op de 10 jongeren. Vooral het aantal jongeren met jeugdhulp neemt al enkele jaren toe, net als de duur van de verleende hulp. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.
Jeugdzorg, het geheel van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering is bedoeld voor jongeren tot 18 jaar en kan verlengd worden tot 23 jaar.
Nederland telde op 1 januari 2019 bijna 3,4 miljoen jongeren tot 18 jaar. Van hen ontvingen 411.000 jongeren jeugdhulp in natura, dat is bijna een op de acht jongeren. Ruim 41.000 jongeren kregen jeugdbescherming en 9000 jongeren kregen jeugdreclassering. 36.000 jongeren hadden naast jeugdhulp ook jeugdbescherming en/of jeugdreclassering.
Het aantal jongeren met jeugdzorg is sinds 2015 toegenomen. Het aantal jongeren met jeugdhulp stijgt het snelst, het aantal jongeren met jeugdbescherming is na een aanvankelijke daling vanaf 2017 weer toegenomen en het aantal jongeren in de jeugdreclassering daalt.
Grote verschillen
Tussen gemeenten bestaan grote verschillen in jeugdhulpgebruik. In gemeenten in het noordoosten van het land en in het midden van Limburg kreeg meer dan 15 procent van de jongeren tot 18 jaar jeugdhulp. Dat is meer dan in andere delen van het land. In deze regio’s was ook het aandeel jongeren met jeugdbescherming relatief hoog. Het CBS heeft geen zicht op de mogelijke oorzaken van de regionale verschillen in jeugdzorggebruik. Sociale en economische omstandigheden kunnen hieraan ten grondslag liggen, maar ook beleidskeuzen die gemeenten gemaakt hebben bij de inrichting van de jeugdzorg.
Het cijfer over 2019 is voorlopig. In voorgaande jaren waren de definitieve cijfers telkens 1 à 2 procent hoger dan de voorlopige cijfers.