Verdachten verkrachting zelden vervolgd

Verdachten van verkrachting worden zelden vervolgd of tot hoge straffen veroordeeld. Dat blijkt uit onderzoek van AD.nl. De meeste meldingen stranden al bij de politie. Bijvoorbeeld omdat een verhaal niet klopt, een strafbaar feit moeilijk aantoonbaar is, of omdat een slachtoffer afziet van aangifte.

AD.nl vroeg bij politie, justitie en rechtbanken cijfers op over zedenmisdrijven in de afgelopen drie jaar.

Daaruit blijkt dat in 2019 (tot oktober) slechts 37 procent van de onderzochte verkrachtingsmeldingen bij de politie ook tot een aangifte leidde. Dat is iets minder dan in de jaren daarvoor. Van de aangiften die in diezelfde periode vorig jaar wel naar het Openbaar Ministerie gingen, is 58 procent geseponeerd. "In zedenzaken is bewijs regelmatig lastig", aldus een woordvoerster op AD.nl.

De rechtbanken behandelden vorig jaar (tot oktober) 172 verkrachtingszaken. In 102 zaken werd een verdachte veroordeeld voor verkrachting. Sinds 2017 heeft een rechter nooit de maximum celstraf van 12 jaar opgelegd. De hoogste straf was 6 jaar, de laagste 21 dagen. Gemiddeld moest een verkrachter een jaar en 5 maanden de cel in.

Niet gemeld

Naar schatting 70 procent van de zedenincidenten wordt niet eens gemeld bij de politie. Slachtoffers klagen dat ze niet gehoord of geloofd worden. De Inspectie Justitie en Veiligheid onderzoekt momenteel hoe de politie omgaat met zedenaangiften.

De werkdruk bij de zedenpolitie is groot. De afgelopen drie jaar steeg het aantal dossiers van 2700 naar 3400. De invoering van een nieuwe zedenwet, die seks tegen iemands wil altijd strafbaar stelt, zal de politie nog meer werk opleveren.

Lees het hele artikel op AD.nl