Contactverbod geen garantie voor veiligheid slachtoffer
In 35 procent van de zaken waarin een contactverbod is opgelegd, vindt geen afname van geweld en stalking plaats.
Voor ongeveer de helft van de slachtoffers verbetert het verbod de veiligheidsbeleving, al voelt ruim twee derde van de slachtoffers zich nog altijd erg onveilig.
Dat blijkt uit onderzoek van het WODC.
In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid namen onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam 423 zaken onder de loep.
Ruim honderd slachtoffers vulden een enquête in.
Schending
In bijna een kwart van de zaken waarin een contactverbod is opgelegd, wordt dit ten minste één keer overtreden en geregistreerd bij het Openbaar Ministerie of de reclassering. Maar bijna twee keer zoveel slachtoffers zeggen dat het verbod is geschonden. Dit verschil heeft ermee te maken dat niet elke schending kan worden bewezen.
Als het verbod wordt overtreden, gebeurt dat vaak meerdere malen. In ruim een kwart van de zaken gebeurde dat zelfs meer dan tien keer. Daaraan kwam in 13 procent van de gevallen geweld te pas, en in bijna één op de tien gevallen zegt het slachtoffer te zijn bedreigd met een wapen. De vele schendingen geven aan dat de contactverboden geen garantie bieden voor de veiligheid van de slachtoffers.
Inzet van toezichts- en handhavingsinstrumenten
Het rapport is voor minister Dekker (Rechtsbescherming) aanleiding om samen met het OM, de politie en de reclassering te zoeken naar mogelijkheden om de werkwijze rondom contact-, locatie- en gebiedsverboden te verbeteren. 'Daarbij zal specifiek aandacht worden besteed aan de inzet van toezichts- en handhavingsinstrumenten en de opvolging bij schendingen van de verboden. Ook wil ik verkennen op welke wijze beter aangesloten kan worden op de veiligheidsbeleving van slachtoffers, bijvoorbeeld door de inzet van één vast aanspreekpunt voor slachtoffers.'