Kinderen van ouders met problemen willen meer ondersteuning
Kinderen en jongeren die opgroeien met een vader of moeder die problemen heeft, willen dat er sneller wordt ingegrepen als het thuis niet goed gaat. Ook willen ze dat er samen met hen gekeken wordt naar wat zij nodig hebben, zodat zij net als hun ouders hulp en ondersteuning krijgen.
Dat blijkt uit het project 'Hoor je mij wel?' van de Kinderombudsman.
Bijna een kwart van de kinderen en jongeren in Nederland heeft een ouder met een psychische of lichamelijke ziekte, verslaving of beperking. Vaak nemen zij taken en verantwoordelijkheden op zich die niet passen bij hun leeftijd. "Deze kinderen hebben op jonge leeftijd al met volwassen zorgen te maken", aldus Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer. Zij wil dat er meer aandacht komt voor deze kinderen en jongeren: "De hulp en zorg is nu vaak alleen gericht op de vader of moeder met problemen. Hun kinderen zijn te lang over het hoofd gezien."
Tijdlijn
De Kinderombudsman heeft kinderen en jongeren waarvan de vader of moeder ziek of verslaafd is gevraagd een tijdlijn te maken van hun eigen verhaal. De vraag die centraal stond was: op welk moment had jij welke informatie, hulp of steun nodig? De tijdlijn geeft vanaf het moment dat er nog geen hulp is in het gezin tot het moment dat kinderen zich losmaken van hun ouders per fase weer welke problemen de kinderen en jongeren tegenkwamen en hoe dit volgens hen beter kan.
Uit de tijdlijn blijkt dat kinderen en jongeren willen dat de volwassenen in hun omgeving alert zijn op signalen dat het thuis niet goed gaat en sneller ingrijpen als dit nodig is. "Mijn vader werd opgenomen voor zijn verslaving en veroordeeld voor huiselijk geweld, en nog kwam er geen hulp voor mij. Terwijl het vrij logisch is dat dat effect heeft op een kind", aldus een van de jongeren.
Ook willen de kinderen en jongeren graag geïnformeerd worden over wat het probleem van hun vader of moeder inhoudt en wat dit voor hen betekent. Ze vinden het belangrijk dat ze ontlast worden in de zorg voor hun vader of moeder, maar willen tegelijkertijd wel serieus genomen worden als ervaringsdeskundige. Daarnaast benadrukken de kinderen en jongeren dat zij gezien willen worden als een kind dat opgroeit in een moeilijke situatie, en niet als een moeilijk kind. "Iemand had mij moeten uitleggen dat het niet aan mij lag", zegt een meisje. "Ik heb heel lang gedacht dat mijn moeder depressief was door mij. Ik dacht dat ik een rotkind was."
Extra aanbevelingen
Naast de aanbevelingen van de kinderen en jongeren, doet de Kinderombudsman een aantal extra aanbevelingen. Zo moeten bestaande instrumenten voor de afstemming van hulpverlening en het signaleren van onveilige situaties, zoals de kindcheck en de meldcode kindermishandeling, beter benut worden door alle professionals die om het gezin heen staan. Hulpverleners van de ouders en hulpverleners van de kinderen moeten samenwerken om de hulp of zorg voor het hele gezin zo optimaal mogelijk te maken. En gemeenten, scholen en jeugdhulpaanbieders moeten investeren in de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp om signalering van problemen en ondersteuning van gezinnen te verbeteren.