Ruim 400 duizend jongeren krijgen jeugdzorg
Drie jaar na invoering van de Jeugdwet is het aantal jongeren dat jeugdzorg ontvangt toegenomen van bijna 366 duizend in 2015 naar ruim 405 duizend in 2017. De groei zit vooral bij de hulp door wijk- of buurtteams van de gemeente. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Jeugdzorg is de verzamelnaam voor jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering, waarvan jeugdhulp het grootste aandeel heeft. Daarbinnen is het aantal jongeren dat is geholpen door het wijk- of buurtteam gegroeid van 36,5 duizend in 2015 naar bijna 82 duizend in 2017. Ook het aantal jongeren met jeugdhulp met verblijf nam toe: van 40,5 duizend in 2015 naar 46,3 duizend in 2017. De toename bij hulp door wijk- en buurtteams kan deels een registratie-effect zijn, omdat enkele gemeenten deze informatie pas in 2016 of 2017 voor het eerst aan het CBS hebben geleverd.
Jeugdbescherming en -reclassering
Binnen jeugdbescherming nam het aantal jongeren met een ondertoezichtstelling af van 33 duizend in 2015 naar 29 duizend in 2017, dat in voogdij nam in dezelfde periode toe van 10,7 duizend naar 11,6 duizend. Het aantal jongeren met jeugdreclassering daalde van 11 duizend naar 10 duizend.
Ongeveer 11 procent van alle Nederlandse jongeren tot 18 jaar kreeg jeugdzorg in 2017. Dit aandeel verschilt per gemeente, en was het hoogst in Leeuwarden. Daar kreeg ruim 18 procent van de jongeren jeugdzorg. Ook in Heerlen en Hoogezand-Sappemeer kreeg meer dan 16 procent van de jongeren jeugdzorg. In Schiermonnikoog, Edam-Volendam en Staphorst werd, met minder dan 6 procent van de jongeren, de minste jeugdzorg verleend. Lokale omstandigheden en beleidskeuzes spelen een grote rol in de verschillen tussen gemeenten. Verklaringen kunnen dan ook niet eenduidig worden gegeven.