Politiekundige pleit voor beter contact met gereformeerde gemeenschap

De verhouding tussen de gereformeerde gezindte en de politie is in Zeeland 'matig tot slecht'. Sleutelfiguren in reformatorische kring lijken geneigd om problemen te lang binnenskamers te houden. Dat stelt politiekundige Jan Hoekman.

Binnenskamers

Hoekman studeerde vorig jaar af aan de Politieacademie als politiekundige met een onderzoek naar de politie in de Zeeuwse schakel van de biblebelt. In zijn scriptie stipte Hoekman onder meer zaken als huiselijk geweld, seksueel misbruik, belastingfraude en zwartwerken aan.

"Als een reformatorische ouderling merkt dat een kerklid zich te buiten gaat aan huiselijk geweld, kan die ambtsdrager de neiging hebben zo’n probleem binnenskamers op te lossen", zegt hij in het Reformatorisch Dagblad. "Die zelfredzaamheid heeft iets moois. Maar ambtsdragers moeten ervoor oppassen dat de balans niet doorslaat. Het is in gevallen van huiselijk geweld op zijn minst goed om de politie om advies te vragen. Of om aangifte te doen."

Door geen aangifte te doen bij de politie, houd je de situatie volgens hem in stand. "Dat kan ernstige gevolgen hebben en mensen levenslang beschadigen. Als de politie niet weet dat er binnen een gezin een probleem op het gebied van bijvoorbeeld huiselijk geweld speelt, kan er ook geen professionele hulp worden geboden." 

Als er wel aangifte wordt gedaan, is dat vaak pas na langere tijd, als de situatie is geëscaleerd en de politie nog een laatste redmiddel is. "Het heeft ook met angst te maken", zegt Hoekman. "Door naar de politie stappen, maak je jezelf in de ogen van de gemeenschap of zelfs van God te schande. Toen een krant uitpakte over een misbruikzaak in Bunschoten, vroeg iemand zich af hoe vaak naar aanleiding van dat artikel de naam van God belasterd zou zijn. Die angst woog voor hem zwaarder dan de ernst van het delict."

Biblebelt

Hoekman gaat ervan uit dat zijn bevindingen in Zeeland ook min of meer gelden voor de rest van de Biblebelt. Op VNG.nl geeft een aantal burgemeesters hun reactie. Het Reformatorisch Dagblad laat een ouderling en een schooldirecteur hierover aan het woord.