Kindertelefoon in de knel
De Kindertelefoon vreest voor zijn voortbestaan. Vanaf volgend jaar zal de financiering van de organisatie niet langer landelijk worden geregeld, maar moet hierover met de 388 afzonderlijke gemeenten onderhandeld worden.
Overgangsregeling
De gemeenten weten pas sinds eind vorige week zeker wat de inkoop gaat kosten. Uiterlijk 1 juni moeten zij hierover een overeenkomst tekenen met de Kindertelefoon. Volgens directeur van de Kindertelefoon Erik Ott is dat tijdsbestek veel te kort, zegt hij in een interview met het NRC Handelsblad. De inkoop moet namelijk eerst nog door het college – en vaak ook door de gemeenteraad –worden goedgekeurd. Als een deel van de gemeenten geen overeenkomst wil sluiten, komt het voortbestaan van de Kindertelefoon bovendien direct in gevaar.
Het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) en Sensoor hebben hetzelfde probleem. Ook deze organisaties moeten vanaf komend jaar met 388 gemeenten overeenkomsten sluiten. Sinds de decentralisatie van de Jeugdzorg betaalde de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) de organisaties vanuit het Gemeentefonds. Maar die overgangsregeling stopt per 1 januari 2018.