Kanttekeningen bij berichtgeving over screening kindermishandeling

Verschillende professionals die betrokken zijn bij de aanpak van kindermishandeling hebben gereageerd op de recente berichtgeving over de screening door artsen op kindermishandeling. Aanleiding voor deze berichten was het proefschrift van arts-onderzoeker Maartje Schouten, waarin zij stelt dat de verplichte screening onbetrouwbaar is en nauwelijks helpt bij het opsporen van kindermishandeling. Hieronder een greep uit de reacties.

Corinne Dettmeijer, Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen

Corinne Dettmeijer schrijft vandaag in een opiniestuk in de NRC: “Een onterecht vermoeden van kindermishandeling is, voor screening, het minste van twee kwaden. Een spoedeisendehulparts die een kind met een gebroken arm ziet, zet de eerste stap in een keten van beslissingen: wel of niet kindermishandeling vermoeden? Het vermoeden kan leiden tot advies van een kinderarts, wat kán leiden tot een melding aan Veilig Thuis, wat kán leiden tot onderzoek, wat kán leiden tot een interventie, in het ergste geval uithuisplaatsing. (…) Uit het onderzoek van Schouten blijkt juist dat de meeste vermoedens niet gemeld worden bij Veilig Thuis. Dat is ook meteen een kanttekening bij het onderzoek: een melding bij Veilig Thuis is geen bewijs van mishandeling, en een niet-melding geen bewijs van het tegendeel. Wanneer vermoedens niet leiden tot melding, kan dat ook betekenen dat de drempel tot melden te hoog is.
(…)
De besproken screeningsinstrumenten hebben als doel bij deze eerste stap zo veel mogelijk mishandelde kinderen te signaleren. In een situatie met veel onzekerheid – er zijn alleen nog een paar eerste signalen – zijn onterechte vermoedens dan onvermijdelijk."

Lees de volledige tekst.

Marielle Dekker, directeur van Augeo Foundation

Marielle Dekker schreef naar aanleiding van het onderzoek het artikel 'Grijstinten':“Kindermishandeling gaat over grijstinten. De meeste mishandeling komt voort uit overmacht, onmacht of onkunde van ouders."
(…)
"De media houdt niet zo van dit soort grijstinten. De extremen en gezinsdrama’s doen het beter. Deze week trof het zwart-wit beeld de hulpverleners. ”Veel mis bij screenen kindermishandeling” kopte de voorpagina van De Volkskrant en het NOS journaal. Er vielen media-termen als een “hausse aan onterechte verdenkingen."
(…)
"We hebben een grote behoefte aan signaleringsinstrumenten die kindermishandeling eerder, vaker en betrouwbaarder in beeld brengen, Dit onderzoek levert een belangrijke bijdrage hieraan. Of mediaberichtgeving op deze manier ook gaat bijdragen aan betere signalering betwijfel ik: vooralsnog heb ik de afgelopen dagen vooral ziekenhuismedewerkers ontmoet die zich miskend en in de verdediging gedrukt voelen. En ik heb ouders ontmoet die hulpverleners nog meer wantrouwen dan ze al deden. In mijn optiek is het op basis van dit onderzoek allebei niet nodig.”

Lees de volledige tekst.

Nederlands Jeugdinstituut

Het Nederlands Jeugdinstituut reageerde eerder deze maand als volgt op het onderzoek: “Professionals die met ouders en/of kinderen werken hebben de verantwoordelijkheid om de veiligheid van kinderen mee te wegen in de besluiten die zij nemen. Daarom is het van belang dat ze een inschatting maken van eventuele veiligheidsrisico’s. Het gewraakte instrument waarover gesproken wordt, helpt dokters breed te kijken en alert te zijn op signalen die zouden kunnen duiden op kindermishandeling. Het is dus geen diagnostisch instrument maar een signaleringsinstrument.

"Dat betekent dat een arts bij een eerste vermoeden van kindermishandeling de stappen van de Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld zou moeten volgen. Volgens deze stappen is overleg met Veilig Thuis, ter zake deskundige collega’s én ouders en kind van cruciaal belang om de signalen en vermoedens te kunnen duiden.”

Lees de volledige tekst.